Geen sprankeling in de ogen, een kras op het voorhoofd: zo herken je kindermishandeling (2024)

JEUGDZORG

Ingrid Smits

Gisteren, 16:39 8 minuten leestijd

Geen sprankeling in de ogen, een kras op het voorhoofd: zo herken je kindermishandeling (2)

Het gruwelverhaal van het Vlaardingse pleegmeisje maakt de vraag weer razend actueel: hoe kun je zien dat een kind thuis mishandeld wordt? Ex-jeugdhulpverlener Thea Bastiaansen en ervaringsdeskundige Betty van Brunschot wijzen op de rode vlaggen. "Vaak gebruikte ik humor om m'n ware gevoelens niet te hoeven tonen."

“Het is bizar”, zegt Betty (29), “dat het nieuws over het 10-jarige pleegmeisje in Vlaardingen zo kort na de publicatie van mijn boek naar buiten komt. Mijn zus en ik zeiden pas tegen elkaar: als wij niet waren ontsnapt, was het met ons misschien ook wel zo dramatisch afgelopen.”

Het boek heet ‘Mam, ik kan niet meer’ en is het schokkende relaas van een Ethiopisch meisje dat op 2-jarige leeftijd samen met haar tweelingzusje naar Nederland wordt gehaald. De dan nog vrolijke kinderen komen terecht bij een welvarende familie op het platteland.

Hun adoptieouders gaan trouw naar de kerk en staan in het dorp bekend als het koppel met het grote hart. Want naast twee geadopteerde dochters zorgen ze óók nog voor vier pleegkinderen.

Geen sprankeling in de ogen, een kras op het voorhoofd: zo herken je kindermishandeling (3)

Taart bakken

Jeugdhulpverleners wordt een rad voor ogen gedraaid, beschrijft Betty. Als ze langskomen wordt er ‘spontaan’ een taart gebakken en gezellig gedaan. Met wat voor terreur de kinderen in het gezin te maken hebben, blijft in de walm van appel, suiker en kaneel goed verborgen.

"Ik denk achteraf dat mijn ouders zélf last hadden van onverwerkte trauma's", zegt Betty. "En dat ze die projecteerden op ons. Bij de screening van een pleeg- of adoptiegezin zou daar véél beter naar gekeken moeten worden."

In Betty's gezin moet vooral zij het ontgelden. Ze wordt uitgescholden, geslagen, kaalgeschoren en krijgt zelfs een hakbijl in handen geduwd om zelfmoord te plegen. Als ze 16 jaar is en haar vader dreigt om het huis in brand te steken en de twee Ethiopische meisjes met een blok cement aan de voeten in de rivier te gooien, slaat ze op de vlucht. Haar zusje volgt later.

“Toen mijn boek gepresenteerd werd, zat het halve dorp waar ik opgegroeid ben in de zaal”, vertelde Betty eerder aan Rijnmond. “Ik voelde de verontwaardiging. En ook het schuldgevoel. Mensen vroegen zich af waarom ze nooit iets in de gaten hadden gehad. Ik zei: ‘Wat jullie vanaf nu wél kunnen doen is heel goed opletten bij kinderen die in dezelfde situatie zitten. En die misschien ook bang zijn dat niemand hen gelooft.”

LEES OOK Betty groeit op in een horrorgezin: 'Kut-Ethiopiër, ik heb zo'n spijt van die adoptie'

Uit eigen ervaring weet Betty dat dit rode vlaggen zijn die op kindermishandeling kunnen wijzen:

Pleasegedrag

“Als kind wilde ik goed genoeg zijn en gezien worden door mijn adoptieouders. Ik was er slecht in om grenzen aan te geven. Een ander mocht altijd bepalen wat ik deed. Om ergens met mijn gevoelens naartoe te kunnen, schreef ik veel briefjes, gedichtjes en maakte ik tekeningen.”

Extreem aanwezig zijn

“Er waren dagen waarop ik veel aandacht vroeg van mijn omgeving. Vaak gebruikte ik humor om mijn daadwerkelijke gevoelens niet te hoeven tonen. De slechte thuissituatie moest vooral niet aan mij af te lezen zijn.”

Leegte in de ogen

“We raakten thuis stuk voor stuk de sprankeling in onze ogen met de tijd kwijt. Het was moeilijk om ons nog te bereiken. Onze ogen lieten zien dat er een niet opvulbare leegte was. We werden murw.”

Niet terug naar huis willen

“Als ik het ergens leuk had gehad en weer naar huis moest, raakte ik in mezelf gekeerd. Heel soms mocht ik ergens logeren. Dan kon ik de avond voor de laatste logeerdag al tranen laten."

Verwondingen

“Mijn broertje had lange tijd een kras op zijn voorhoofd van de kaasschaaf, mijn zusje had een bult door een pot pindakaas die naar haar hoofd was gegooid. Zelf had ik een kras opgelopen doordat ik met het deksel van een wasmand tegen mijn hoofd geslagen was.”

Fysieke veranderingen

“Omdat onze moeder de klitten in ons Afrikaanse haar zat was, werden mijn zusje en ik kaalgeschoren. Vooral mijn zusje heeft dit als extreem vernederend ervaren. Ze voelde zich zo in haar vrouwelijkheid aangetast dat ze depressief werd.”

Automutilatie

“Sommige kinderen binnen het gezin pijnigden zichzelf. Mijn pleegzusje beet een langere tijd in haar arm. Ik gebruikte scheermesjes om de mentale pijn in te wisselen voor fysiek leed. De littekens op mijn pols bedekte ik met een horloge of een zweetbandje. Op mijn vijftiende heb ik zelfmoord overwogen. Met een touw liep ik naar de zolder om mezelf op te hangen. Als ik daar niet onverwacht mijn broertje was tegengekomen, had ik hier misschien niet meer gezeten.”

Isolatie

“Als kind werd ik veel gecontroleerd. Wat deed ik? Met wie ging ik om? Welke informatie deelde ik met wie? Mijn ouders wilden het constant weten. Als ik openlijk sprak over relaties en vriendschappen bestond de kans dat ik daar afstand van moest doen. We werden in huis en buitenshuis opgesloten, waardoor we soms onverwacht niet naar een afspraak konden komen of smoesjes moesten bedenken waarom we niet kwamen opdagen.”

Straffen

“Omdat we vaak straf kregen, moesten we ons vaak last minute afmelden voor afspraken. Wanneer kinderen kwamen spelen zeiden we dat ze niet te veel lawaai moesten maken, anders kregen wij daar later straf voor. Soms waren we weekenden niet aanwezig op het voetbalveldje, omdat we huisarrest hadden voor een fiets die verkeerd geparkeerd stond in het fietsenhok. We zijn van voetbal gehaald, omdat we een keer een paar minuutjes te laat thuis kwamen. De trainster kwam nog een goed woordje voor ons doen, maar onze ouders waren onverbiddelijk.”

Gezondheidsklachten

“Ik had onverklaarbare pijnen in mijn lichaam, net als mijn broertjes en zusjes. We gingen er niet mee naar de huisarts. Nadat ik was weggelopen, verdwenen de klachten op den duur.”

Tip voor hulpverleners: ga in gesprek met een ervaringsdeskundige

“Ik heb na de publicatie van mijn boek een ontmoeting gehad met mensen van jeugdzorg. Een van de tips aan hun adres is dat zij méér moeten luisteren naar hun intuïtie. En aan de bel moeten blijven trekken als ze vermoeden dat er iets niet in de haak is. Professionals zouden ook meer gebruik moeten maken van de kennis van ervaringsdeskundigen, zoals ik.

Volgens mij biedt dat de beste bescherming voor kwetsbare kinderen. Aan de tafels van talkshows zie je deze weken ook weer veel hulpverleners zitten. Ik wacht met smart op een belletje, omdat ik ragfijn kan uitleggen in wat voor machteloze positie je als pleeg- of adoptiekind terecht kunt komen."

Geen sprankeling in de ogen, een kras op het voorhoofd: zo herken je kindermishandeling (5)

Eerder opgelopen trauma's

Thea Bastiaansen (68) heeft 25 jaar in de jeugdhulpverlening gewerkt, onder meer voor de Raad voor de Kinderbescherming en de William Schrikker Stichting (die nu de voogdij heeft over het Vlaardingse pleegmeisje). Sinds 3,5 jaar is Bastiaansen met pensioen en dat maakt dat ze vrijuit kan praten. "Wanneer ik Betty's signalen lees", zegt ze, "dan lijkt het bijna onmogelijk dat niemand iets heeft gezien of gemerkt. Net als bij het meisje in Vlaardingen trouwens."

Waar het volgens Bastiaansen enorm kan misgaan in de hulpverlening is dat de gedragsproblemen van pleeg- en adoptiekinderen worden gelinkt aan eerder opgelopen trauma's en niet aan het gezin waarin ze opgroeien. "De redenering is dan dat zo'n kind door z'n verleden bijvoorbeeld hechtingsproblemen heeft. En daar wordt vervolgens een breed scala problemen aan gekoppeld.

Tegelijkertijd kunnen pleeg- of adoptieouders de hulpverlening ook bewust om de tuin leiden door zich vriendelijk en meewerkend op te stellen. Ze hebben er belang bij dat hun eigen falen niet naar voren komt, omdat ze de regie willen houden, geen gedoe willen en geen gezichtsverlies willen lijden naar hun omgeving. Een enkele keer is het ook puur omdat ze geld verdienen aan de plaatsingen."

Kind wordt 'case'

"In het geval van Betty staat het gezin in het kleine dorp bekend als een familie met een groot hart", gaat Bastiaansen verder. "Kerkelijk ook nog en met geld genoeg. Alleen dit kan al een cordon van onaantastbaarheid geven. Deze mensen vangen 'moeilijke' kinderen op. Nou, dan moet je soms wel grenzen stellen en streng optreden, zal de algemene opinie zijn. Maar geweldig dat die mensen de kinderen een thuis geven. Toch?"

"Wat er te weinig gebeurt, is dat het kind zélf serieus genomen wordt. Daar heeft Betty helemaal gelijk in. Hulpverleners zijn vaak druk bezig met de begeleiding van de ouders. De focus ligt dan niet direct op het kind, maar op de omgeving. Vooral in het samenspel tussen verschillende instanties wordt het kind dan al snel een case. Een dossier. En dat moeten we met z'n allen niet willen."

"Als hulpverlener moet je vooral ook niet bang zijn. En je niet steeds achter protocollen verschuilen. En last but not least: laat iedereen in de omgeving van een pleeg- of adoptiekind vooral z'n verantwoordelijkheid nemen. Als mens. 'It takes a village to raise a child', wordt er wel gezegd. En zo zou het in de praktijk ook moeten gaan."

Over de 25 jaar dat Thea Bastiaansen in de hulpverlening werkte, is onlangs een boek verschenen: Kind op Tafel. Het is een op ware gebeurtenissen gebaseerde roman, waarin hulpverlener Anna te maken krijgt met zaken als kindermishandeling, huiselijk geweld en verwaarlozing. Tegelijkertijd loopt ze te hoop tegen de enorme bureaucratie in het werkveld. Het boek is afgelopen week overhandigd aan Tweede Kamerlid Lisa Westerveld van GroenLinks.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl

Geen sprankeling in de ogen, een kras op het voorhoofd: zo herken je kindermishandeling (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Jeremiah Abshire

Last Updated:

Views: 6017

Rating: 4.3 / 5 (74 voted)

Reviews: 89% of readers found this page helpful

Author information

Name: Jeremiah Abshire

Birthday: 1993-09-14

Address: Apt. 425 92748 Jannie Centers, Port Nikitaville, VT 82110

Phone: +8096210939894

Job: Lead Healthcare Manager

Hobby: Watching movies, Watching movies, Knapping, LARPing, Coffee roasting, Lacemaking, Gaming

Introduction: My name is Jeremiah Abshire, I am a outstanding, kind, clever, hilarious, curious, hilarious, outstanding person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.